Mogen rondkijken in de zaal waar Linda De Win de ministers lastige vragen stelt in het programma Villa Politica? Of mogen plaatsnemen op een heuse ministerstoel? Of onze eigen stad mogen bouwen? Dromen we daar niet allemaal een beetje stiekem van? Voor onze leerlingen van 4 en 5 bso is dit werkelijkheid geworden.
Op maandag 19 februari, vroeg in de morgen, stapten we allen op de bus richting Brussel om in het Belvue museum het Democracity-spel te spelen en om het Federaal Parlement te verkennen.
Onze busreis duurde iets langer dan verwacht (veel fileleed!), maar uiteindelijk werden we hartelijk ontvangen in het Belvue museum. Daar werd ons uitgelegd hoe België wordt bestuurd en wie daar allemaal voor zorgt. Dit was echt wel nodig, want nadien mochten we onze leiderskwaliteiten demonstreren in een rollenspel, Democracity. We werden in vier groepjes van vijf personen verdeeld. Elk groepje stelde een politieke partij voor. We kozen een naam voor onze partij en door met elkaar te discussiëren stelden we onze voornaamste programmapunten voor, over onderwerpen die wij in ons programma belangrijk vonden: veiligheid, volksgezondheid, onderwijs, defensie, welzijn, wetenschappelijk onderzoek, economie, milieu, enz. We kregen elk een rol in onze partij: partijvoorzitter, secretaris, woordvoerder, commissielid en architect. Toen ons programma door iedereen was goedgekeurd, mochten we het aan een enorme, ronde tafel gaan verdedigen, samen met de andere politieke partijen. Toen werd het pas moeilijk: we moesten immers met alle politieke partijen afspreken welke stad we zouden bouwen en welke gebouwen we verkozen boven andere. Dat was best wel hard ons best doen, want iedereen wou zijn stempel op onze gezamenlijke stad drukken. De keuzes waren hard, want onze budgetten waren niet oneindig groot. We voelden een beetje hoe de ministers zich moeten voelen als ze de begroting van ons land in evenwicht moeten brengen, want iedereen wil wel geld voor iets. Toch zijn we erin geslaagd om een werkbare stad te bouwen met veel groen en plaats voor iedereen.
Dan was het al tijd voor de lunch: kort en goed. Ze verwachtten ons immers al in het Federaal Parlement! Na een kleine wandeling door het Warandepark werden we opgewacht in de ontvangstzaal van het Federaal Parlement. Onze gids heeft ons gelukkig gespaard van al te veel data en namen van grote politieke figuren, maar de mooie borstbeelden en de muurgrote schilderijen in de rijkversierde zalen maakten echt wel indruk op de meesten onder ons. Toen kwam de kers op de taart: we mochten zelf plaatsnemen in de zetels van de ministers, die we ook op tv zien in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. We maakten een groepsfoto op het spreekgestoelte, waar normaal de parlementsvoorzitter, Siegfried Bracke, en de eerste minister, Charles Michel, zitten. Dat is een geweldige foto geworden!
De laatste stap in het verhaal was het bezoek aan de Senaat. Zo licht en sober de Kamer van Volksvertegenwoordigers was, zo donker en overdadig versierd was de Senaat! De zeteltjes waren met rood fluweel bekleed en de bankjes waren in donker hout. De luxe straalde ervan af. Elke senator had ook zijn vergulde naamplaatje op zijn bank staan.
Voor we het wisten, was het tijd om terug te keren. Deze keer hadden we meer geluk en we waren rond 17 uur zonder al te veel file terug.
Op één dag hebben we de instellingen van de Belgische politiek verkend, hebben we een stad gebouwd, onze begroting gerespecteerd na de nodige discussies en hebben we geleerd hoe wetten tot stand komen. Misschien wil er wel iemand van ons een heuse politicus worden of zelfs een minister. Nu weten we er tenminste al een beetje over te vertellen en zullen we de zalen zeker herkennen als we de Kamer of de Senaat de volgende keer op het journaal zien.
Ann Everaert, leerkracht